Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

donderdag 6 december 2018

VOGELMOMENT WITGAT

Witgat,Tringa ochropus,Green Sandpiper

Witgat, foeragerend in een slikgebied

Witgat op de uitkijk

Witgat bij de betonnen beek in de waterleidingduinen

mooi spiegelbeeld

De witgat behoort tot de steltlopers en is een broedvogel van de Taiga’s in ScandinaviĆ« tot in Oost SiberiĆ«. Bij ons wordt hij wel het hele jaar waargenomen maar hij is vooral een trekvogel en een zeer schaarse wintergast. Zij overwinteren in de gematigde delen van West Europa en in Equatoriaal Afrika.
In het winterseizoen kun je hem overal in het land wel waarnemen in moerassige gebieden, kwelders, modderige oevers van meren en rivieren, sloten en beken. Ik heb er vorig jaar nog een gezien in de “betonnen beek” in de Amsterdamse Waterleidingduinen. De aantallen zijn echter gering en dus is de trefkans laag. Je ziet ze meestal alleen en zelden in groepjes. Qua aantallen wordt er in de net verschenen vogelatlas van SOVON uitgegaan van 1000 tot 1500 overwinteraars in het gehele land. Een aantal wat redelijk stabiel is dan wel een heel licht stijging vertoont. Buiten die periode zijn de aantallen nog kleiner. Hun voedsel bestaat uit insecten en allerlei waterbeestjes zoals visjes, slakjes, zoetwatergarnalen en wormen. In de droge delen van het land zul je hem dus niet tegenkomen.
In het broedgebied verblijven zij in open bosland bij water en in natte bossen. Zij bouwen hun nest in een boom en maken wel gebruik van oude nesten van andere vogels zoals de houtduif of een lijstersoort.
Zij broeden vanaf april en het legsel bestaat uit 3 tot 4 eieren die door beide ouders worden uitgebroed in circa 22 dagen. Na ongeveer 28 dagen vliegen de jongen uit.
In het veld kan hij wel verward worden met de bosruiter, maar die staat hoger op zijn poten en heeft een kortere snavel, of met de tureluur maar die is veel groter, heeft rode poten en een ruimer gespikkelde borst.

Iedereen weer bedankt voor de reacties op de vorige blog. Vragen en opmerking zijn van harte welkom, zowel hier op de blog maar je kunt ook rechtstreeks mail

zondag 19 augustus 2018

VLINDERS

Kleine vuurvlinder,Lycaena phlaeas, Small Copper
Bovenkant
Landkaartje, Araschnina levana, Map Butterfly
Onderkant
Atalanta, Vanessa atalanta, Red Admiral
Atalanta, Vanessa atalanta, Red Admiral
Dagpauwoog, Aglais io, Peacock
Bovenkant
Dagpauwoog, Aglais io, Peacock
Onderkant

Bruin zandoogje, Maniola jurtina, Meadow Brown
Groot dikkopje,Ochlodes sylvanus, Large Skipper
Groot dikkopje,Ochlodes sylvanus, Large Skipper
Distelvlinder,Vanessa cardui, Painted Lady
Onderkant
Distelvlinder,Vanessa cardui, Painted Lady
Bovenkant
Icarus blauwtje, Polyommatus icarus, CommonBlue
Bovenkant
Icarus blauwtje, Polyommatus icarus, CommonBlue
Onderkant en bovenkant

Klein koolwitje, Pieris rapae, Small White
Kleine vos, Aglais urticae, Small Tortoiseshell
Bovenkant
Landkaartje, Araschnia levana, Map Butterfly
Bovenkant
Zwartsprietdikkopje, Thymelicus lineola, Essex Skipper
Boomblauwtje,Celastrina argiolus, Holly Blue
Bovenkant

Boomblauwtje,Celastrina argiolus, Holly Blue
Bovenkant

In deze tijd van het jaar is het weer tijd voor de blog over de vlinders. Het is met de vogels wat rustiger en dus genoeg tijd om op zoek te gaan naar vlinders. Alle vlinders in deze blog zijn algemeen en vrijwel in het hele land  te zien. De ene soort is wat talrijker dan de ander. Een uitzondering maak ik voor het groot dikkopje. Een soort die in ons land is gekwalificeerd als gevoelig en in het Noorden en Westen vrijwel niet te zien is en elders minder talrijk. Ook voor de ander soorten geldt dat je het bruin zandoogje en klein koolwitje vrijwel overal en in grote aantallen kunt zien en voor de distelvlinder moet je iets meer moeite doen. Een aantal planten in de tuin die vlinders aantrekken doet al wonderen. 
Ik heb geprobeerd om van alle soorten zowel de onder- als bovenkant in beeld te brengen omdat die nogal van elkaar verschillen. De onderzijde van de dagpauwoog is bijvoorbeeld geheel zwart.
De jaarlijkse tuinvlindertelling is net geweest en helaas bleek daaruit dat er minder dan de helft van het aantal vlinders is geteld en er ongeveer de helft minder soorten is waargenomen. Wat precies de oorzaak is kon niet worden gezegd. Mogelijk de uitzonderlijke hoge temperaturen en de droogte. Sommige vlinders, zoals de distelvlinder, zie je ook in het ene jaar veel meer als het andere. Dit komt omdat het trekvlinders zijn die hier niet overwinteren maar jaarlijks vanuit Zuid Europa hierheen komen. Weersomstandigheden kunnen dan zeer bepalend zijn voor de aantallen die de reis hierheen kunnen maken.
Echter ook vlinders hebben net als vogels en insecten te lijden van de verslechterende milieuomstandigheden zoals maaibeleid, milieu verontreiniging en terugloop van het leefgebied.
Gelukkig kun je er echter nog steeds van genieten en je hoeft er niet ver voor weg. 

 

zaterdag 28 juli 2018

JUVENIELEN

Pimpelmees, Blue Tit, Parus Caeruleus. Langzaam komt er wat blauw in het verenpak
Roodborst, Robin, Erithacus rubecula. Juveniel is goed herkenbaar
Grote bonte specht, Dendrocopos Major, Great Spotted Woodpecker.
Juveniel goed herkenbaar aan rode petje
Ekster, Pica Pica, Magpie.
Herkenbaar aan een nog wat stekelig verenkleed


Zanglijster, Songtrush, Turdus Philomelos.
Herkenbaar aan de gele randen bij de snavel

Tjiftjaf, Phylloscopus collybitia, Chiffchaff.
Verenpak nog niet helemaal op kleur

Merel, Turdus Merula, Common Balckbird.
Verenpak nog niet helemaal uitgegroeid en een lichte gespikkeld borst


Ekster bedelend om eten

Grote bonte specht in een kenmerkende houding

Zanglijster

Zanglijster in bad

Nog een keer de grote bonte specht
Koolmees, Parus major, Great Tit.
Goed herkenbaar aan de vage kleuren.

Juveniele pimpelmees na een bad

Deze juveniele roodborst is wek heel erg nieuwsgierig

Je ziet al wat blauw komen in de staart

De jonge koomezen zijn gek op de zaden in de
uitgebloeide vingerhoedskruiden

Even achterom kijken naar de fotograaf

Juveniele vink, Common Chaffinch, Fringilla coelebs.
Met moeite herkenbaar aan het hele verse verenpak

Deze keer leek het mij leuk om weer een overzicht te geven van juveniele vogels, voor zover ik ze op de foto heb kunnen zetten op onze stek in Bakhuizen. Niet van alle soorten die hier broeden heb ik de juvenielen gezien en dus niet op de foto. De meesten zijn goed herkenbaar aan hun verenpak en anders valt het wel op dat ze worden gevoerd. 
Bij de koolmees en de pimpelmees zie je het meteen omdat ze nog niet op kleur zijn en ze er wat dof uitzien. De grote bonte specht is direct herkenbaar aan zijn rode petje. In de loop van het jaar verdwijnt dat helemaal ( vrouwtje) of verandert in een rode vlek in de nek (Mannetje). 
De roodborst herken je gemakkelijk omdat hij gespikkeld is en nog geen rood/oranje borst heeft. Kan niet missen.
Bij de merel zijn de nog niet heelmaal uitgegroeide vleugels en de lichtbruine gespikkelde borst de belangrijkste kenmerken. 
De zanglijster is  al lastiger. De jonkies zijn vaak wat lichter van kleur, maar het best herken je ze aan de gele vlekken bij de snavel. Dat is overigens bij veel jongen een kenmerk.
De Ekster vraagt ook om goed opletten. het verenpak is nog wat ruig, beetje punkig koppie, en de staart is zwart en heeft noh niet de blauw/paarse kleur, maar dat valt pas op als het licht er goed op schijnt.
De vink en de tjiftjaf zijn moeilijk. Het best herken je ze aan de vorm. Ze zijn wat slanker en het verenpak is nog niet echt op kleur, maar dat is lastig. Met wat hulp van kenners weet ik dat de fotod hier echt van juveniele tjiftjaf en vink zijn.
Het is leuk om te kijken of je ze kunt herkennen. De fotos spreken in ieder geval voor zichzelf.

vrijdag 1 juni 2018

VOGELMOMENT WEIDEVOGELS

Grutto, Limosa limosa, Black-tailed Godwit
Tureluur, Tringus totanus, Common Redshank
Kievit, Vanellus vanellus, Northern Lapwing
Scholekster, Haematopus ostralegus, Eurasian Oystercatrcher

Grutto
Juveniele Kievit


Kievit in Lentewei
Tureluur
Scholekster
Parende tureluurs
gele kwikstaart, Motacilla flava, Blue-headed Wagtail
Scholekster
Veldleeuwerik, Alauda arvensis, Skylark
Graspieper, Anthus pratensis, Meadow Pipit
Tureluur, Tringa totanus, Common Redshank

De maand mei is alweer voorbij en dan is het hoog tijd om aandacht te besteden aan onze weidevogels. Niet alleen omdat ze prachtig zijn en thuis horen in ons land en in het grasland met een rijke en uitbundige kruidenvegetatie. Aandacht is vooral nodig omdat de aantallen weidevogels en overigens ook andere insectenetende soorten jaarlijks blijven teruglopen en we kennelijk niet in staat zijn om die trend te keren. Onderzoek na onderzoek toont aan dat het leefgebied, de kruidenrijke graslanden, steeds minder voorkomen. Het lijkt er haast op dat onderzoek niet bedoeld is om maatregelen te nemen, maar dat het wordt gedaan om de oplossing op de lange baan te schuiven. Intensivering van zowel de landbouw als van het beheer van grasland voor de melkveehouderij leidt tot een grote bodemverarming, verlies aan allerlei planten, bodemdieren en insecten. Daarbij komt ook nog het grote mestprobleem en de belasting van het milieu door het gebruik van kunstmest en insecticiden. Uit oogpunt van voorlichting en communicatie worden die tegenwoordig aangeduid met de eufemistische term “gewas beschermende middelen”. Dat klinkt een stuk positiever maar is net zo slecht.  De biodiversiteit is met 40% afgenomen terwijl een grote biodiversiteit nodig is voor een goede groei van gewassen. Dan zorgt het vroeg maaien van de graslanden ook nog voor een hoge sterfte aan jonge weidevogels en daardoor is er dus een laag broedsucces. Zo is de grutto-populaties sinds de 80er jaren gehalveerd en de Kemphaan broedt vrijwel niet meer in ons land evenals de veldleeuwerik.
Je vraagt je af waarom het niet lukt om effectieve maatregelen te nemen. Waarom blijven economische groei, vergroting van de efficiency en daarmee verhoging van opbrengst het winnen van duurzaam natuurbeheer. Waarom moeten we steeds meer produceren en exporteren terwijl we onze eigen grond uitputten en daardoor op termijn onze landbouw de nek omdraaien. Moet het dan zover komen dat we in de toekomst kunnen zeggen dat we een grote voedselexporteur waren maar dat we niets meer kunnen verbouwen op die structureel verarmde grond. Dan keert de wal het schip en zijn we te laat.
Terug naar een landbouw uit de tijd van Ot en Sien gaat niet maar doorslaan naar het rendementsdenken waarbij een zo hoog mogelijke productie moet worden gehaald tegen zo laag mogelijke kosten is de verkeerde weg.
Gelukkig zijn er wel steeds meer boeren die een “weidevogelvriendelijk” beheer voeren of biologisch gaan boeren. Agrarisch natuurbeheer is meer dan alleen het aanpassen van het tijdstip van maaien van de graslanden. Ook het  structureel verbeteren van het grondwaterpeil en terugdringen van de bemesting en vergroting van de biodiversiteit is nodig en dan ook nog in substantieel grotere gebieden en dus niet alleen in kleine percelen. Inzaaien van metersbrede randen van akkers en weiden is ook een bijdrage. Er verschijnen gelukkig steeds meer studies waaruit blijkt dat ook op die manier een goed bedrijfsresultaat kan worden gehaald.
Concentratie van de beschermingsactiviteiten en – subsidies voor grotere reservaten zal oplossing moeten bieden, evenals strengere milieuregels. Bijstelling van het beleid in die richting is al in gang gezet. Als we er voor zorgen dat de melk, vlees en landbouwproducten wat duurder worden en dat die extra opbrengst ook daadwerkelijk bij de boer terecht, mits die natuurvriendelijk boert, zal dat het agrarisch natuurbeheer stimuleren.
Hopelijk zullen de weidevogels en andere insectenetende soorten ervan profiteren. Met deze blog wil ik het probleem nog maar eens onder de aandacht brengen en misschien ook mijn eigen frustratie van mij af te schrijven. In ieder geval wilde ik laten zien hoe fantastisch ze zijn in hun favoriete leefgebied.