|
Ekster, Pica pica, Magpie |
|
Op zijn favoriete plek in de bosrand |
|
Op een heel warme dag, na het broedseizoen in een beginnende rui |
|
Altijd alert |
|
gewoon brutaal op het gazon op zoek naar emelten |
Het wordt tijd dat ik eens aandacht besteed aan de
Ekster. Het is nl. een intelligente vogel met een slecht imago. Hij is vrijwel
in iedere tuin aanwezig en er doen veel verhalen de ronde over deze mooie
vogel. Iedereen herkent wel een ekster, maar niet zoveel mensen waarderen hem.
Als je echter de tijd neemt om hem te bekijken dan zie je een prachtige vogel
met zwart wit verenkleed waarover bij goede lichtval een fraaie purpergroene en
blauwe glans valt.
Hij heeft een imago van rover die het voorzien heeft op
jonge vogeltjes en alle nesten leeghaalt en als hij geen nesten leeghaalt dan
scheurt hij de vuilniszak wel open en zorgt zo voor vervuiling. Ook zou hij
allerlei glimmende voorwerpen stelen en tot overmaat van ramp eet hij ook nog
al het voer op in de tuin.
De ekster is een nieuwsgierige vogel die wel alles wat glimt,
wil onderzoeken maar er zijn echter nog nooit glimmende voorwerpen aangetroffen
in eksternesten. Hij is een alleseter en zijn menu bestaat vooral uit larven,
insecten, emelten, allerlei aangeboden voedsel in tuinen maar ook afval en dode
dieren. Tijdens het broedseizoen wordt het menu wel aangevuld met eieren en
nestvogels of net uitgevlogen zangvogels, maar zij zijn zeker niet het
hoofdbestanddeel van het menu. Uit onderzoek is
gebleken dat er in woonwijken meer vogels sneuvelen door loslopende katten.
Het zijn wel opportunisten die zeker een vuilniszak open kunnen pikken als deze
vrij toegankelijk is. Het wordt wellicht vaker gedaan door katten.
Tot de 70’er jaren van de vorige eeuw was de ekster
vooral een vogel van het buitengebied en grote parken. Half open bossen, weide-
en landbouwgebied met veel bosranden waren zijn biotoop. Vanaf de 70’er jaren
is de kolonisatie van bewoond gebied snel gegaan.
Thans zijn eksters algemeen in ons land, met uitzondering
van dicht beboste gebieden en gebieden waar de havik en/of de zwarte kraai
voorkomt. De havik is een aartsvijand van de ekster en zij staan bovenaan op
zijn menu. De zwarte kraai is de ekster gemakkelijk de baas en rooft de eieren
en de jonge vogels. Daarbij neemt hij voor het broeden ook graag een oud
eksternest, waardoor de ekster moet uitwijken naar een andere plek.
In het verleden werd de ekster wel bejaagd waardoor de
aantallen behoorlijk achteruit gingen. Na afname van de jacht en toename van het
voedselaanbod door de explosie van maisteelt stegen de aantallen weer naar
ongeveer 100.000 broedparen tot in de 80er jaren om daarna weer te dalen naar
ongeveer 60.000. ( bron: Vogelatalas van SOVON). Die daling wordt wel
toegeschreven aan een veranderd mestbeleid in de buitengebieden en de toename
van de havik en zwarte kraai.
Het grote bolvormige nest wordt gebouwd in de top van een
hoge boom en wordt gevlochten van takken. Het is een vernuftig en stevig
bouwsel wat soms wel overkapt is. De 5 tot 9 eieren worden beging april gelegd
en door het vrouwtje uitgebroed in 17 tot 19 dagen. Na gemiddeld 27 dagen
vliegen de jongen uit. Zij blijven dan als familie vaak nog wel tot in het
najaar bij elkaar. Daarna vormen zij vaak kleine groepjes die wat rondzwerven in
de buurt van het broedgebied. Na ongeveer twee tot drie jaar zijn ze
geslachtsrijp en gaan zij een partner gaan zoeken.
Iedereen weer bedank voor de reacties op mijn vorige blog. Wordt op prijs gesteld. Opmerkingen en vragen zijn welkom.