Kleine karekiet, Acrocephalus scirpaceus, Reed Warbler |
Kleine karekiet op een paaltje: zo zie je ze weinig |
Het zijn behendige klimmers langs die rietstengels
Mooie brutale houding
Deze keer aandacht voor de kleine karekiet, een typische
zomergast die hier vanaf april arriveert en uiterlijk oktober weer vertrokken
is. Hij is vrij algemeen in zowel uitgestrekte als kleinere rietgebieden en met
riet bedekte oevers mits de stengels in ondiep water staan, waardoor het wat
moerassig is. Zijn karakteristieke zang die, met enige fantasie, lijkt op het
roepen van zijn eigen naam ( het lijkt op karre-karre-kiet-kiet) is goed
herkenbaar en zeker in het voorjaar in vrijwel alle natte rietgebieden
hoorbaar. Het aantal broedparen in ons land wordt volgens SOVON geschat op
150.000 tot 250.000, maar dat zijn wel al wat oudere cijfers.
Je hoort hem eerder dan dat je hem ziet. Het is weliswaar
geen schuwe vogel die zich vrij gemakkelijk laat zien maar als het wat waait
houden ze zich vaak laag in het rietland op en krijg je ze niet te zien. In
tegenstelling tot de grote karekiet, die helaas zeldzaam is geworden, is hij
goed waar te nemen.
Zijn voedsel bestaat uit insecten die in de natte ruige,
moerasachtige, rietgebieden meestal ruim voorhanden zijn. In zijn broedgebied
kan hij verward worden met de rietzanger, maar die heeft een heel andere en
meer gevarieerde zang en is goed herkenbaar aan iets meer streepjes in de
vleugels en een opvallende lichte wenkbrauwstreep.
Het nest wordt gebouwd door het vrouwtje en bestaat uit
een kommetje wat tussen rietstengels wordt vastgezet. Over het algemeen wat
lager in het riet waardoor het goed verborgen is. Het legsel bestaat uit 3 tot
5 olijfkleurig gespikkeld groene eieren die door het vrouwtje in 9 tot 12 dagen
worden uitgebroed. De jongen vliegen na 10 tot 12 dagen uit.
Na het broedseizoen trekken zij vanaf eind augustus tot
in oktober weer naar hun overwinteringsgebieden in tropisch Afrika. Daarbij
nemen zij een route langs de kust en vermijden daarmee dat de Sahara moet
worden overgestoken wat een lange en zeer gevaarlijke tocht is.
Het blijft toch altijd weer verbazend dat zo’n klein
vogeltje van circa 13 cm en een gewicht van 10 tot 16 gram twee maal per jaar
zo’n tocht onderneemt.
Iedereen die gereageerd heeft op mijn vorige blog weer bedank daarvoor. Leuk dat ook de vlinders op prijs werden gesteld. Wellicht volgende keer weer.