Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

zaterdag 29 maart 2014

VOGELMOMENT VOORJAAR

Pimpelmees,Parus caeruleus,Blue Tit

Koolmees, Parus major, Great Tit.
Roepend in de heg

 Koolmees, Parus Major, Great Tit
Hij zat als een  specht tegen de boom
 
 Merel, Turdus merula,Blackbird
mannetje  
 
 Merel, Turdus merula, Blackbird
vrouwtje in voorjaarszonnetje
 
Groenling, Chloris chloris, Common Greenfinch
 

 Roodborst, Erithacus rubecula, Robin
Op zijn uitkijkpost
 Tjiftjaf, Phylloscopos collybia, Chiffchaff
al in maart terug in Nederland
 Tjiftjaf, Chiffchaff
 
 Vink, Fringilla coelebs, Chaffinch
mooi in de voorjaarszon
 Vink, Fringilla coelebs, Chaffinch
vrouwtje
Winterkoning, Troglodytes troglodytes,Wren

Deze keer geen aandacht voor één soort maar voor een aantal soorten. Het voorjaar is immers weer begonnen en de vogels worden weer actief. De broedvogels die in het zuiden hebben overwinterd, beginnen weer terug te komen en de zangvogels die hier het hele jaar zijn laten hun aanwezigheid weer duidelijk horen.
Onze fantastische plek in Gaasterland is weer op orde en daar zullen wij weer veel zijn. Het leek mij daarom leuk de zangvogels die daar vaste gast zijn even voor te stellen. Kortom een kleine parade van vogels zonder veel informatie. In het archief vind je wel een vogelmoment van ieder soort met meer informatie.
De meeste soorten zoals de pimpelmees, koolmees, vink, winterkoning en merel zijn hier standvogel. De roodborst trekt wel weg maar in de winter hebben wij hier veel overwinteraars uit het noorden. De tjiftjaf is een echte trekvogel die overwintert in Noord Afrika, Spanje en Portugal. Dit jaar is hij bijna een maand eerder terug dan gebruikelijk.
Allemaal zijn ze druk in de weer met het zoeken van een partner en een goede nestgelegenheid. De zang is dan ook nu op zijn hoogtepunt. Ze roepen naar elkaar en geven antwoord. Als je goed  luistert kun je dat horen en is het een prachtig gehoor.

 


donderdag 13 maart 2014

VOGELMOMENT WINTERGASTEN ZUIDPIER IJMUIDEN

Kleine Burgemeester, Larus glaucoides, Iceland Gull

Juveniele( 1e winter) Zilvermeeuw, Larus argentatus, Herring Gull

 Sneeuwgors,Plectrophenax nivalis, Snow Bunting
 
 Paarse strandloper, Calidris maritima, Purple Sandpiper
 
 Paarse strandloper
 
Steenloper, Arenaria interpres, Turnstone
 
Het voorjaar is vroeg begonnen maar ik wil op de valreep nog wat aandacht geven aan enkele bijzondere wintergasten van de Zuidpier bij IJmuiden. Ze zijn natuurlijk niet exclusief voor de Zuidpier maar Ik heb ze er toevallig allemaal gefotografeerd. Ze zijn overal aan de kusten en in het waddengebied waar te nemen.
Het zijn De Kleine burgemeester, de Sneeuwgors en de Paarse strandloper. Het zijn wintergasten die je dus alleen vanaf oktober tot maart/april kan zien. Daarna zijn ze vertrokken naar hun broedgebieden.
De Kleine burgemeester is zeldzaam aan onze kust. Hij broedt helemaal in Groenland en Noord Canada en is een wintergast in het noorden van Scandinavië, Britse eilanden en IJsland. Verdwaalde exemplaren zie je dan soms aan onze kust en daarom ook maar vaak een enkeling. Op de foto zie je een juveniel exemplaar ( 1e winter) en dan lijkt hij veel op de juveniele zilvermeeuw. Hij is echter beduidend lichter van kleur. Ik heb voor de vergelijking daarom een foto van de juveniele zilvermeeuw opgenomen.
De Sneeuwgors is een schaarse doortrekker en wintergast die je, als je geluk hebt, in een groepje kan zien. Alhoewel hij niet schuw is zijn ze wel heel onrustig en snel. Zijn broedgebied ligt in de meest noordelijke toendragebieden van Europa.
De Paarse strandloper is talrijker en is vaak samen te vinden met de meer algemene steenlopers op rotsige kuststroken, pieren, strekdammen en havengebieden. Ondanks zijn naam is er weinig paars aan hem te zien. Hij is wat grijzer en minder opvallend dan de steenloper. Ter vergelijking heb ik ook een foto van de steenloper opgenomen. Zijn broedgebied ligt langs de noordelijke kusten en veengebieden maar niet zo noordelijk als de sneeuwgors.


maandag 3 maart 2014

VOGELMOMENT SCHOLEKSTER

Scholekster, Haematopus ostralegus, Oystercatcher
Scholekster  in kenmerkende houding op paaltje
 Lekker aan het foerageren
 
 Wel waakzaam blijven
 
 even de pas erin
 
 Lekker in de lentewei
 
 Juveniel
 
 Op een paaltje in de lentewei
 
 De paring
 
 Juvenielen nog lang afhankelijk van ouders
 
Tot slot dan nog maar een keer op een paaltje
 
Deze keer besteed ik aandacht aan de Scholekster. Van oorsprong is het een kustvogel maar tegenwoordig scharen we hem steeds vaker onder de weidevogels. Dat heeft te maken met het feit dat scholeksters hun broedgebied steeds meer naar het binnenland hebben verplaatst. Hij is dus broedvogel, maar ook doortrekker en wintergast en is dus het gehele jaar aanwezig. Je kunt hem eigenlijk overal wel zien met uitzondering van De Veluwe, op en rond de Utrechtse Heuvelrug en het Zuiden van Limburg. Hij is dan ook de meest wijd verspreidde steltloper in ons land.
Over het algemeen overwinteren de Nederlandse broedvogels ook in ons land en dan vooral in het waddengebied en de Zeeuwse Delta. Jonge vogels trekken vaak wel wat meer naar het zuiden. Uit de tellingen van SOVON blijkt dat de aantallen broedvogels worden geschat op circa 100.000 vogels. Men gaat ervan uit dat ongeveer 35% van de West Europese populatie broedt in ons land. Tijdens de trek en in de winter zijn de aantallen aanzienlijk groter vanwege de Scandinavische vogels die hier doortrekken of overwinteren. Afhankelijk van de strengheid van de winter variëren die aantallen. Maar de winterpopulatie wordt geschat op circa 300.000 vogels. Zij zijn dan vaak aan de waddenkust en in de Zeeuws Delta te zien in heel grote groepen, de zgn. roest kolonies. Ze zitten dan allemaal bij elkaar met hun kop in dezelfde richting, wat een fraai gezicht oplevert. Ook buiten het winterseizoen zie je ze wel in kleinere groepen maar dan zijn het vaak vogels die nog niet geslachtsrijp zijn.
Hun voedsel bestaat in de winter en als ze in de zomer aan de kust verblijven naast zeepieren voornamelijk uit schelpdieren zoals mossels, kokkels en kreeftachtigen. In akker en weidegebieden eten zij wormen en insecten.
Als oorspronkelijk kustbewoner broeden zij graag op kale grond en daarom zie je de nesten vaak op kale maisakkers, maar ook in weiland of op kwelders. Hij wordt zelfs wel gezien op daken van gebouwen. Het nest bestaat uit een eenvoudig, vrijwel onbekleed, kuiltje op de grond waarin drie zwartgevlekte vaalgele eieren worden gelegd. Zij worden door beide ouders in 24 tot 27 dagen uitgebroed. Zij vliegen uit na ongeveer 30 dagen en worden tot die tijd nog steeds gevoerd door hun ouders. Dit in tegenstelling tot bijv. Grutto’s waarbij de jongen direct na het uitkomen zelfstandig foerageren. Als ze aan de kust broeden, moeten zelfs de schelpen niet alleen voor de jongen worden gevonden maar ook worden opengebroken.
Zij hebben één legsel per jaar. Scholeksters zijn pas na drie of vier jaar geslachtsrijp en kunnen zeker 20 jaar oud worden. Zijn kenmerkende geluid van een aaneengeschakeld Te-Piet Te-Piet heeft hem waarschijnlijk ook de naam Bonte Piet opgeleverd.
 
Bedankt voor de reacties op mijn vorige blog. Schroom niet en reageer, stel een vraag of maak een opmerking. Het wordt allemaal op prijs gesteld.