Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

vrijdag 17 mei 2013

VOGELMOMENT WEIDEVOGELS

Grutto, Limosa limosa,Black-tailed Godwit
 De Koning der Weidevogels

    Deze grutto's zaten elkaar wat achterna
 
 
Grutto mooi centraal tussen de voorjaarsbloemen

 
Kievit, Vanellus vanellus, Lapwing
Hij komt net net boven de bloemen uit

 
Bergeenden, Tadorna tadorna, Shellduck
Mooi tussen de gele ratelaars
 

 
Slobeend, Anas clypeata, Northern Shoveler
paartje kuierend door de wei
 

 
Tapuit,vrouwtje, Oenanthe oenathe, Wheatear

Scholekster, Heamatopus ostralegus, Oystercatcher

Kemphaan, Hen, Philomachus pugnax, Ruff
Met opgezette kraag zien we ze hier bij nooit meer
omdat ze dat doen in de broedgebieden

Wij hebben dit jaar een veel te koud voorjaar en veel weidevogels hebben daar last van. Zij broeden later of hebben een kleiner legsel, omdat de vrouwtjes mogelijk onvoldoende voedsel konden vinden om op te vetten en zo in conditie te zijn om eieren te produceren.  Hoe groot het probleem werkelijk is zal pas later blijken.  Het leek mij daarom leuk om nog net voor mijn vakantie een  vogelmoment te maken over weidevogels in de voorjaarswei als een soort ode aan deze prachtige vogels.
Immers onze weidevogels horen thuis in extensief beheerd grasland met een rijke en uitbundige kruidenvegetatie.
Een leefgebied dat echter steeds minder voorkomt. Intensivering van zowel de landbouw als van het beheer van grasland is daar debet aan. Verlaging van de grondwaterstand leidt ertoe dat de bodem te hard wordt waardoor voedsel moeizamer bereikt kan worden. Kruidenrijke vegetatie groeit op arme bodem  en door de intensieve bemesting wordt die groei  geremd dan wel voorkomen. Het vroeg maaien van de graslanden zorgt voor een hoge sterfte aan jonge weidevogels en daardoor is er dus een laag broedsucces.
De populatie van alle weidevogels vertoont al jaren een dalende tendens. Zo is de grutto-populaties sinds de 80er jaren gehalveerd en de Kemphaan broedt  vrijwel niet meer in ons land.
Gelukkig zijn er wel steeds meer boeren die een “weidevogelvriendelijk” beheer voeren, maar genoeg is dat zeker niet, omdat het vaak om wat kleine stukjes land gaat. Agrarisch natuurbeheer is meer dan alleen het aanpassen van het tijdstip van maaien van de graslanden. Ook het  structureel verbeteren van het grondwaterpeil en terugdringen van de bemesting is nodig en dan ook nog in substantieel grotere gebieden en dus niet alleen in kleine percelen.
Concentratie van de beschermingsmaatregelen en – subsidies voor grotere reservaten zal oplossing moeten bieden. Bijstelling van het beleid in die richting is al in gang gezet.
Hopelijk zullen de weidevogels ervan profiteren. In ieder geval wil ik met deze blog laten zien hoe fantastisch ze zijn in het  voor hen meest geschikte leefgebied.
Voorlopig ben ik dan even uit de lucht omdat wij op vakantie gaan. In de tweede helft van juni  zal er weer een vogelmoment verschijnen.

Als je op de foto klikt wordt hij groter weergegeven. Als je op de eerste foto klikt kun je alle fotos beklijken in een lightbox.

dinsdag 7 mei 2013

VOGELMOMENT GROENLING

Groenling, mannetje, Chloros chloris, Greenfinch


Groenling, vrouwtje, Chloris chloris, Greenfinch

Groenling in de voorjaarstakken

 
Vrouwtje Groenling

 
Samen aan de zonnebloempitten.
Hier zie je mooi hoe ze de pitten kraken en rollen

 
Tussen het voorjaarsgroen

 
Mannetje in mooi tegenlicht

Vandaag aandacht voor de Groenling. Een fors en stevig gebouwd familielid van de vink met een korte stevige snavel. Vroeger werd hij ook wel de Groenvink genoemd. De groenling is in ons land een algemene en talrijke broed- en jaarvogel. Hoewel hij oorspronkelijk vooral voorkwam in bosranden en allerlei zoomranden zie je hem tegenwoordig steeds meer in halfopen landschappen en cultuurlandschap, zoals tuinen en parken omdat zijn oorspronkelijke gebied steeds minder wordt.
Voorwaarde is wel dat er genoeg bomen, dicht struikgewas, besdragende struiken en kruidenrijke vegetatie is. Zijn voedsel bestaat uit zaden en bessen. In bebouwd gebied zie je hem vaak op rozenbottels, maar hij is ook veel te zien op voedertafels en aan pindanetjes, waar hij soms redelijk agressief kan zijn naar anderen. Hij is verzot op zonnebloempitten die hij ter plekke kraakt in zijn stevige snavel. Hij trilt ze als het ware kapot en draait ze steeds in zijn snavel. Zo kan hij ze opeten. Dat is ook het verschil met mezen die een zaad meenemen naar een boom en het dan met hun teen tegen een tak klemmen en zo openhakken.
Zij maken hun nest in een dichte struik of conifeer waarin 4 tot 6 eieren worden gelegd die in ongeveer twee weken worden uitgebroed. De jongen verlaten het nest als zij twee weken oud zijn. Meestal worden er twee tot drie legsels per jaar uitgebroed in de periode van eind april tot eind augustus
Na de broedtijd gaan zij wat zwerven, sommigen trekken naar Zuid Europa en hun plek wordt dan ingenomen door wintergasten uit Noord en Oost Europa. Zij zijn dan vaak te zien in grotere groepen. In de afgelopen week hadden wij in Friesland nog een groep van circa 20 stuks en dat zegt dus veel over het veel te koude voorjaar want normaal gesproken zouden zij dus al lang aan het broeden moeten zijn.

 

woensdag 1 mei 2013

VOGELMOMENT BRANDGANS

Brandgans, Branta Leucopsis, Bernacle Goose in Vlucht


 Aan de kop en de kleine snavel zie je wel dat het niet zo'n grote gans is
 

 

 
 
 
 
 Lekker rustend na het grazen
 
Even aan de wandel
 

Vandaag aandacht voor de brandgans. Een van de kleinere ganzen met een mooi zwart en wit contrastrijk verenkleed. Hij staat thans bij ons te boek als jaarvogel, maar dat is nog niet heel lang. In het vogelboekje van Jac. P Thijsse uit 1942 wordt hij omschreven als een schaarse wintergast langs de stranden. Sinds 1984 wordt hij in ons land echter  beschouwd als broedvogel. Er verblijven circa 7500 broedparen in ons land. Toch is hij hoofdzakelijk een wintergast want in de winter verblijven hier ongeveer 250.000 exemplaren en dat is ongeveer 80% van de Europese broedpopulatie. Daarmee is ons land dus voor de brandgans dus van levensbelang. De belangrijkste overwinteringsplaatsen zijn de gebieden rond de Waddenzee, Zuidwest Friesland en in de Delta. Je ziet ze daar vaak in hele grote groepen. Eind april zag ik in de Workumerwaard nog ongeveer 15.000 exemplaren. Een prachtig gezicht als een dergelijke groep “op de vleugels” gaat. Meestal zijn ze eind april of begin mei allemaal weer vertrokken naar de broedgebieden in het hoge noorden van Europa, waar zij vanaf eind mei in kolonies broeden langs de kusten of op eilanden, maar ook op hogesteile richels waar zij onbereikbaar zijn voor bijv. poolvossen. In ons land broeden zij zowel op kale eilandjes als in rietkragen en moerasbossen. Zij hebben één legsel per jaar dat bestaat uit 3 tot 5 eieren. Hun voedsel bestaat uit gras en uit wortels en zaden. Je ziet ze daarom in de winter in weidegebieden waar ze grazen.
Kortom een fraaie gans die je naast zijn kenmerkende kleuren ook kunt herkennen aan zijn geluid. Dat lijkt op het gekef van een hond en daarom wordt hij ook wel de blafgans genoemd