Kuifeend, Aythya fuligula, Tufted Duck, mannetje |
Kuifeend,Aythyla fuligula, Tufted Duck, vrouwtje |
Mannetje, even lekker spetteren.
Vrouwtje, spetterend.
Vrouwtje, even de veren poetsen.
Mannetje
Mannetje
Vrouwtje met een aantal pullen
Paartje
Vrouwtje
Deze keer aandacht voor de kuifeend.
In ons land is hij een vrij talrijke broedvogel waarvan de aantallen sinds 1950
sterk zijn toegenomen. Thans wordt het aantal broedparen door SOVON geschat op
circa 16.000. Zij komen vooral voor in het noorden, het westen en het
rivierengebied. Waterrijke open gebieden met sloten, meren en plassen hebben
hun voorkeur. Tegenwoordig zie je ze echter ook overal in vijvers, parken en
grachten in woonwijken. Vanwege hun goede duikkwaliteiten zijn zij ook niet
gebonden aan ondiep water. Een diepte van circa 5 meter hoeft geen probleem te
zijn.
Je ziet ze vrij weinig met
jongen omdat zij redelijk verscholen broeden langs sloten, oevers en in
moerasgebieden. Zij broeden gewoonlijk solitair maar regelmatig zie je meerdere
nesten bij elkaar. Zij starten laat met broeden, vanaf medio mei, omdat zij wachten
tot het water meer is opgewarmd en het benodigde voedsel in de vorm van
allerlei waterdiertjes en waterplanten ruimer voorhanden is. Het nest wordt
gemaakt door het vrouwtje en bestaat uit gras en overig plantaardig materiaal.
Het wordt gevoerd met dons en veertjes. Het legsel bestaat uit 6 tot 12 eieren
die door het vrouwtje worden uitgebroed. Het mannetje vervult daarbij geen rol
en hij vertrekt al snel om te gaan ruien. Je ziet daarom ook vaker mannetjes
dan vrouwtjes in het broedseizoen. De jongen zijn nestvlieders, dat wil zeggen
dat zij direct na het uitkomen en als het dons droog is het nest verlaten. Zij
gaan vrijwel direct zelf foerageren en dan duurt het nog ongeveer 8 weken
voordat zij kunnen vliegen. Gedurende de eerste weken worden zij nog beschermd
door het vrouwtje en gaan zij samen foerageren maar zij verlaat hen na ongeveer
6 weken en dan gaan ze zelfstandig verder.
Hun voedsel bestaat uit
allerlei kreeftachtige waterdieren, insecten en zoetwatermosselen, zoals de
driehoeksmossel, maar ook wel waterplanten. De mosselen slikken zij in één keer
door en hun sterke maagspieren verbrijzelen de schelpen.
Zij behoren tot de duikeenden
en zij starten hun duik altijd met een soort sprongetje. Als je kuifeenden ziet
is het een leuk gezicht om dat te bekijken.
Veel Nederlandse kuifeenden trekken in het najaar weg
naar Zuid Europa of Engeland om te overwinteren. Tegelijk komen er zeer grote
aantallen overwinteraars naar ons land vanuit Scandinavië. In de winter kunnen
er wel 200.000 kuifeenden in ons land verblijven. Zij zijn dan te zien in enorm
grote groepen op grotere wateroppervlakten zoals het IJsselmeer en Markermeer.
Hun favoriete voedsel, de driehoeksmossel is daar dan ook ruimschoots voorhanden.
Pas als het echt streng gaat vriezen, gaan zij door naar het zuiden.
Hierbij bedank ik iedereen die gereageerd heeft op mijn vorige blog over de nijlgans. Reacties, opmerkingen en vragen worden zeer op prijs gesteld.